maandag 25 mei 2009
fontainebleau
Gisteren kwam ik terug van een leuk weekend in Fontainebleau. Het weer was uitstekend, de sfeer was prima, ondanks een vervelende tegenvaller voor één van de deelnemers en de boulders waren, ja, wat de boulders in Bleau zijn; zo gevarieerd als maar mogelijk is en we hebben een aantal leuke puzzeltjes op weten te lossen (of net niet). Voor het eerst heb ik me op echte bleau'se uitklimmen durven storten en warempel, mijn vingers bleken daar zelfs wat mee te kunnen, wat me een heel trots gevoel gaf. Mijn vingertopjes waren het natuurlijk helemaal niet eens met mijn capriolen en hebben nu behoefte aan veel, heel veel dagen herstel.
maandag 18 mei 2009
baz! 2009, inschrijving geopend
Gisteren, 17 mei, was de lang aangekondigde dag dat de inschrijving voor BAZ! 2009 geopend werd. Ik heb vast een aantal meldingen gemist, maar ergens in de loop van de middag werd in grote letters aangekondigd dat het nog niet helemaal klaar was, met een uitnodigend "come back tonight" eronder.
Helaas, toen ik om tien uur keek, vlak voordat ik naar bed ging, zag ik: "Some final editing and checking everything...again!". Zou het nog gelukt zijn om de 17e in de lucht te gaan? Ik weet het niet, maar wel weet ik dat het vanmorgen helemaal in orde was, met een prachtige vernieuwde website.
Je kunt je dus ook sinds, eeh, gisteren inschrijven, maar wie zijn betaling direct on-line wil regelen (via iDEAL of credit card), moet nog even een paar dagen geduld hebben.
Ik wacht nog even, want dat iDEAL is wel ideaal.
Helaas, toen ik om tien uur keek, vlak voordat ik naar bed ging, zag ik: "Some final editing and checking everything...again!". Zou het nog gelukt zijn om de 17e in de lucht te gaan? Ik weet het niet, maar wel weet ik dat het vanmorgen helemaal in orde was, met een prachtige vernieuwde website.
Je kunt je dus ook sinds, eeh, gisteren inschrijven, maar wie zijn betaling direct on-line wil regelen (via iDEAL of credit card), moet nog even een paar dagen geduld hebben.
Ik wacht nog even, want dat iDEAL is wel ideaal.
Geplaatst in
boulderen,
evenementen
zondag 17 mei 2009
6b's (meer uit de klimweek)
Ik had al in maart mijn doel voor deze klimweek geformuleerd: tenminste twee 6a's voorklimmen, eventueel nadat ik de route al een keer zou hebben geklommen. Ik had er niet op gerekend dat ik al op de derde dag dat doel zo'n beetje bereikt zou hebben. Ok, die 5c+ was dan wel net geen 6a, maar de manier waarop ik 'm geklommen had, gaf me veel zelfvertrouwen. Ik begon in mijn hoofd mijn doel bij te stellen: ik wilde wel op jacht naar een 6a on-sight (on-sight betekent de route in één keer klimmen, dus zonder dat je passen in een eerdere poging uitprobeert en zonder dat je in het touw gaat hangen om uit te rusten). Ik had ook mijn andere doel in mijn achterhoofd: een 6b klimmen na uitwerken, maar door het karakter van deze klimweek, met verschillende klimpartners en verschillende gebiedjes, (en ook wel een beetje door mijn eigen karakter van 'nieuw is leuk') leek dat wat moeilijker te realiseren.
Na de klimdag van gisteren, waar mijn mentale zelfvertrouwen een flinke boost had gekregen, voel ik me zelfverzekerder dan ooit. Ik kijk na het avondeten met R. en W. verlekkerd naar een klein gebiedje; een route of tien, vrijwel allemaal zessen. Dat ik likkebaardend naar zo'n gebiedje zou kunnen kijken, had ik ooit wel gedroomd, maar stiekem had ik ook een beetje gedacht dat het wel bij dromen zou blijven. Ik maak een klimafspraak met W. en houd de mogelijkheid van werken in een 6b in mijn achterhoofd.
De route naar Clue-de-Plaisans loopt via Ubrieux, waar we inklimmen, en Buis-les-Baronnies, waar we een kop koffie met een flinke pizzapunt bestellen. Als we bij het klimgebiedje komen, blijkt het een idyllisch plekje, bij een kleine kloof. We leggen de touwen uit en W. start in een 6b, leuk, dan kan ik die mooi in toprope doen en wie weet! Het is een echte plaatroute, W. klimt hem prachtig en ik met één blok, omdat ik het even gehad heb met "Blijf ik wel staan als ik deze beweging maak? Hee, ik blijf staan!".
Ik ben zo blij dat ik heelhuids boven ben, dat ik er niet over peins om hem voor te klimmen! Geen probleem, we gaan gewoon verder. Nadat W. een zware 6c+ geprobeerd heeft, kiezen we voor de route ernaast, twee lengtes, 6a en 6b. De 6a lengte is voor mij, de 6b voor W. Ik vind mijn lengte doodeng terwijl ik bezig ben. Als ik de tweede haak heb bereikt kan ik het niet laten: ik ga in het touw hangen. Blijkbaar is de wil om een 6a te on-sighten nog niet helemaal gerijpt. Daarna blijf ik het eng vinden, maar de verleiding van een blok weet ik nu te weerstaan. Vreemd dat ik dat nog niet kon bij die eerste blok.
Ik laat W. nakomen en hij klimt de 6b voor. Een pittige plaatroute, met heel delicate stappen. Ik kom na, maar zit mezelf tussen de oren alweer vreselijk in de weg; ik moet mezelf bij bijna iedere pas over een drempeltje heen helpen en dat kost zoveel mentale energie! Bij de crux gebruik ik het setje om verder te komen en een blok is er ook geweest. Toch kom ik met een glunderend gezicht boven, want al die andere passen heb ik toch maar mooi gedaan en het is een prachtige route, met een mooie standplaats bovenin. Hier komen relatief weinig klimmers; de route is nog maagdelijk ruw (en dat is maar goed ook...), zowel W. als ik trokken een stuk uit de rots en er ketste zeker zeven keer een steen naar beneden.
We seilen voorzichtig ab, om de klimmers onder ons niet nog meer te bekogelen en ik kom uiterst voldaan weer op de grond aan. Mentaal valt er weliswaar nog een hoop winnen, maar ik kan zo'n 6b toch maar gewoon aan!
© van de foto's: Pascal, Walter
Na de klimdag van gisteren, waar mijn mentale zelfvertrouwen een flinke boost had gekregen, voel ik me zelfverzekerder dan ooit. Ik kijk na het avondeten met R. en W. verlekkerd naar een klein gebiedje; een route of tien, vrijwel allemaal zessen. Dat ik likkebaardend naar zo'n gebiedje zou kunnen kijken, had ik ooit wel gedroomd, maar stiekem had ik ook een beetje gedacht dat het wel bij dromen zou blijven. Ik maak een klimafspraak met W. en houd de mogelijkheid van werken in een 6b in mijn achterhoofd.
De route naar Clue-de-Plaisans loopt via Ubrieux, waar we inklimmen, en Buis-les-Baronnies, waar we een kop koffie met een flinke pizzapunt bestellen. Als we bij het klimgebiedje komen, blijkt het een idyllisch plekje, bij een kleine kloof. We leggen de touwen uit en W. start in een 6b, leuk, dan kan ik die mooi in toprope doen en wie weet! Het is een echte plaatroute, W. klimt hem prachtig en ik met één blok, omdat ik het even gehad heb met "Blijf ik wel staan als ik deze beweging maak? Hee, ik blijf staan!".
Ik ben zo blij dat ik heelhuids boven ben, dat ik er niet over peins om hem voor te klimmen! Geen probleem, we gaan gewoon verder. Nadat W. een zware 6c+ geprobeerd heeft, kiezen we voor de route ernaast, twee lengtes, 6a en 6b. De 6a lengte is voor mij, de 6b voor W. Ik vind mijn lengte doodeng terwijl ik bezig ben. Als ik de tweede haak heb bereikt kan ik het niet laten: ik ga in het touw hangen. Blijkbaar is de wil om een 6a te on-sighten nog niet helemaal gerijpt. Daarna blijf ik het eng vinden, maar de verleiding van een blok weet ik nu te weerstaan. Vreemd dat ik dat nog niet kon bij die eerste blok.
Ik laat W. nakomen en hij klimt de 6b voor. Een pittige plaatroute, met heel delicate stappen. Ik kom na, maar zit mezelf tussen de oren alweer vreselijk in de weg; ik moet mezelf bij bijna iedere pas over een drempeltje heen helpen en dat kost zoveel mentale energie! Bij de crux gebruik ik het setje om verder te komen en een blok is er ook geweest. Toch kom ik met een glunderend gezicht boven, want al die andere passen heb ik toch maar mooi gedaan en het is een prachtige route, met een mooie standplaats bovenin. Hier komen relatief weinig klimmers; de route is nog maagdelijk ruw (en dat is maar goed ook...), zowel W. als ik trokken een stuk uit de rots en er ketste zeker zeven keer een steen naar beneden.
We seilen voorzichtig ab, om de klimmers onder ons niet nog meer te bekogelen en ik kom uiterst voldaan weer op de grond aan. Mentaal valt er weliswaar nog een hoop winnen, maar ik kan zo'n 6b toch maar gewoon aan!
© van de foto's: Pascal, Walter
vrijdag 8 mei 2009
la grotte, st-julien
Ik gloei nog een beetje na van trots en voldoening over mijn getopte 6a, als na het avondeten de hoofdlampjes en de topo's te voorschijn komen om de dag van morgen te plannen, de derde dag van onze klimvakantie. Frans en ik zijn van plan om een 'lange' route op de St-Julien gaan doen. De St-Julien is de huisberg van Buis-les-Baronnies en het enige massief in de buurt dat een overvloed kent aan routes van drie of vier touwlengtes.
We hebben in het verleden al een aantal multi-pitch-dagen samen doorgebracht. De laatste dateert echter alweer van anderhalf jaar geleden. Tot nu toe kozen we routes met veel vieren en een enkele 5 en die verdeelden we dan zo dat Frans de 5b/c-lengtes klom en ik vooral de lengtes vier. Maar nu durf ik voor het eerst in mijn klimleven te kijken naar routes zonder vieren en zelfs stiekem naar routes met een zesje er in, vier lengtes is tenslotte niet echt intensief klimmen. W. beveelt ons een route aan die hij vorig jaar gedaan heeft; 5b, 5c+, 5c, 5b, met een stukje klimmen door een grotje, een traverse en een uitklim op de top van het massief. De route heet 'La Grotte'. Dat lijkt ons wel wat, met name die 'passage speleo' spreekt ons natuurlijk aan. Ik zet met bravour mijn zinnen op de 5c+, die een enkele 6a-pas heeft volgens de beschrijving, ik kwam hier tenslotte om zessen te klimmen. En ik word er niet eens zenuwachtig van.
De volgende ochtend voel ik de gebruikelijke spanning van een lange-route-dag niet, daarvoor is vier lengtes niet 'lange-route' genoeg. Maar als ik onderaan de rots sta en omhoog kijk naar de tweede lengte, slaat de schrik me wel even om het hart. Ik zie een dakachtige hoekversnijding met daarnaast een plaat die er vanaf hier bepaald treeloos uitziet. Wil ik dit echt wel, zal ik niet toch voor de eerste lengte gaan, met het grottenklimstukje erin? Ik pak mezelf samen en geef resoluut het voorklimeinde van het touw aan Frans, niet gaan twijfelen nu, dan wordt het nooit wat.
Terwijl Frans zich rustig omhoog werkt in de eerste lengte, seilt naast hem een touwgroep alweer ab vanaf de top. Even later staan er een Engelsman en een Australiër naast me, die vol lof zijn over de route. "Beautiful, a classic". Ik meld dat ik me een beetje bezorgd maak over de tweede lengte, omdat ik die ga voorklimmen, maar dat wordt weggewuifd: "Oh no, you shouldn't, it's quite ok!"
Eenmaal op het eerste relais, vlak na de passage door het grotje, ziet de tweede lengte er niet minder imposant uit, integendeel. Toch denk ik maar niet te lang na en ik stap in de route. De passen rondom de eerste echte haak blijken meteen lastig. Ik klaag en piep en neem een blok, maar weet ook vandaag weer de zenuwen de kop in te drukken en dan blijkt dat ik alle passen gewoon goed kan, geen enkel probleem. De dakachtige hoekversnijding, die hierboven begint, blijkt veel makkelijker dan ik dacht. Ik heb nog even een spannend momentje, maar dat zit echt alleen tussen de oren, ik krijg mezelf daar makkelijk overheen en ik klim vlot naar het tweede relais. "Nakomen!" Huu, gisteren een 6a+, vandaag in een langere route een 5c+, het gaat lekker!
Frans is nu aan de beurt om voor te klimmen en krijgt de traverse voor zijn kiezen. Hij moet een paar keer slikken; traverse is voor Frans wat voor mij dakjes, buikjes en overhangen zijn. Ik had de traverse ook aan mijn lengte vast kunnen plakken, maar door de keuze van ons zekerpunt een stuk rechts van de instap van de tweede lengte, zou dat te veel wrijving hebben opgeleverd. Ik haal Frans over door te zeggen dat ik mijn 'even-doorbijten-lengte' ook heb geklommen en hij gaat. Ik kan niet zeggen dat het er heel koelbloedig uitzag, er ging halverwege nog een friend in een spleet enzo, maar natuurlijk lukt het allemaal gewoon en het relais waar deze lengte uitkomt is lekker relaxed, zodat we goed kunnen bijkomen van doorstane 'tussen-de-oren'-ellende.
Een beetje verder naar rechts begint de vlakke graat naar de top van de St-Julien, met daarop de laatste lengte. Ik ben weer aan de beurt. Het is een werkelijk prachtige lengte klimmen over een liggende plaat, met meer dan voldoende grote bakken en mooie plekjes voor je voeten. De ene mooie pas volgt op de andere, terwijl de route rechts uitzicht biedt op de Mont Ventoux en links op Buis-les-Baronnies, dat er ook vanuit de lucht idyllisch uitziet, met haar rond lopende stratenplan. Het enige minpuntje is de frisse en stevige wind die door de insnijding in de rotsen en over de graat waait. Op de top is dat natuurlijk niet beter en nadat Frans is nagekomen, beginnen we vrij snel aan de abseil naar beneden.
Terwijl we abseilen en zeker ook even later, als we weer veilig beneden staan, voel ik hoe mijn zelfvertrouwen in de afgelopen tijd gegroeid is. Door het klimmen van deze route en de manier waarop het ging, voel ik ineens heel sterk hoe ik van beginnend klimpartner, via beginnend gevorderd klimpartner nu uitgekomen ben bij gelijkwaardig klimpartner. Natuurlijk wist ik ook voorheen heus wel wat ik deed, maar dat impliceerde ook dat ik de makkelijke weg koos: de moeilijke lengtes waren niet voor mij en bij twijfel gaf ik de ander graag het bovenste stuk van het touw. Voor het eerst was dat dit keer niet zo, sterker nog: ik koos vrijwillig de voor mij moeilijkste lengte. Dat Frans liet zien dat hij het ook niet makkelijk had in de voor hem moeilijkste lengte en dat dat betekende dat hij zich niet groot hoefde te houden voor mij, heeft zeker ook een rol gespeeld. Tjonge, wat een week, en er zijn pas drie dagen voorbij!
© foto's: Frans
We hebben in het verleden al een aantal multi-pitch-dagen samen doorgebracht. De laatste dateert echter alweer van anderhalf jaar geleden. Tot nu toe kozen we routes met veel vieren en een enkele 5 en die verdeelden we dan zo dat Frans de 5b/c-lengtes klom en ik vooral de lengtes vier. Maar nu durf ik voor het eerst in mijn klimleven te kijken naar routes zonder vieren en zelfs stiekem naar routes met een zesje er in, vier lengtes is tenslotte niet echt intensief klimmen. W. beveelt ons een route aan die hij vorig jaar gedaan heeft; 5b, 5c+, 5c, 5b, met een stukje klimmen door een grotje, een traverse en een uitklim op de top van het massief. De route heet 'La Grotte'. Dat lijkt ons wel wat, met name die 'passage speleo' spreekt ons natuurlijk aan. Ik zet met bravour mijn zinnen op de 5c+, die een enkele 6a-pas heeft volgens de beschrijving, ik kwam hier tenslotte om zessen te klimmen. En ik word er niet eens zenuwachtig van.
De volgende ochtend voel ik de gebruikelijke spanning van een lange-route-dag niet, daarvoor is vier lengtes niet 'lange-route' genoeg. Maar als ik onderaan de rots sta en omhoog kijk naar de tweede lengte, slaat de schrik me wel even om het hart. Ik zie een dakachtige hoekversnijding met daarnaast een plaat die er vanaf hier bepaald treeloos uitziet. Wil ik dit echt wel, zal ik niet toch voor de eerste lengte gaan, met het grottenklimstukje erin? Ik pak mezelf samen en geef resoluut het voorklimeinde van het touw aan Frans, niet gaan twijfelen nu, dan wordt het nooit wat.
Terwijl Frans zich rustig omhoog werkt in de eerste lengte, seilt naast hem een touwgroep alweer ab vanaf de top. Even later staan er een Engelsman en een Australiër naast me, die vol lof zijn over de route. "Beautiful, a classic". Ik meld dat ik me een beetje bezorgd maak over de tweede lengte, omdat ik die ga voorklimmen, maar dat wordt weggewuifd: "Oh no, you shouldn't, it's quite ok!"
Eenmaal op het eerste relais, vlak na de passage door het grotje, ziet de tweede lengte er niet minder imposant uit, integendeel. Toch denk ik maar niet te lang na en ik stap in de route. De passen rondom de eerste echte haak blijken meteen lastig. Ik klaag en piep en neem een blok, maar weet ook vandaag weer de zenuwen de kop in te drukken en dan blijkt dat ik alle passen gewoon goed kan, geen enkel probleem. De dakachtige hoekversnijding, die hierboven begint, blijkt veel makkelijker dan ik dacht. Ik heb nog even een spannend momentje, maar dat zit echt alleen tussen de oren, ik krijg mezelf daar makkelijk overheen en ik klim vlot naar het tweede relais. "Nakomen!" Huu, gisteren een 6a+, vandaag in een langere route een 5c+, het gaat lekker!
Frans is nu aan de beurt om voor te klimmen en krijgt de traverse voor zijn kiezen. Hij moet een paar keer slikken; traverse is voor Frans wat voor mij dakjes, buikjes en overhangen zijn. Ik had de traverse ook aan mijn lengte vast kunnen plakken, maar door de keuze van ons zekerpunt een stuk rechts van de instap van de tweede lengte, zou dat te veel wrijving hebben opgeleverd. Ik haal Frans over door te zeggen dat ik mijn 'even-doorbijten-lengte' ook heb geklommen en hij gaat. Ik kan niet zeggen dat het er heel koelbloedig uitzag, er ging halverwege nog een friend in een spleet enzo, maar natuurlijk lukt het allemaal gewoon en het relais waar deze lengte uitkomt is lekker relaxed, zodat we goed kunnen bijkomen van doorstane 'tussen-de-oren'-ellende.
Een beetje verder naar rechts begint de vlakke graat naar de top van de St-Julien, met daarop de laatste lengte. Ik ben weer aan de beurt. Het is een werkelijk prachtige lengte klimmen over een liggende plaat, met meer dan voldoende grote bakken en mooie plekjes voor je voeten. De ene mooie pas volgt op de andere, terwijl de route rechts uitzicht biedt op de Mont Ventoux en links op Buis-les-Baronnies, dat er ook vanuit de lucht idyllisch uitziet, met haar rond lopende stratenplan. Het enige minpuntje is de frisse en stevige wind die door de insnijding in de rotsen en over de graat waait. Op de top is dat natuurlijk niet beter en nadat Frans is nagekomen, beginnen we vrij snel aan de abseil naar beneden.
Terwijl we abseilen en zeker ook even later, als we weer veilig beneden staan, voel ik hoe mijn zelfvertrouwen in de afgelopen tijd gegroeid is. Door het klimmen van deze route en de manier waarop het ging, voel ik ineens heel sterk hoe ik van beginnend klimpartner, via beginnend gevorderd klimpartner nu uitgekomen ben bij gelijkwaardig klimpartner. Natuurlijk wist ik ook voorheen heus wel wat ik deed, maar dat impliceerde ook dat ik de makkelijke weg koos: de moeilijke lengtes waren niet voor mij en bij twijfel gaf ik de ander graag het bovenste stuk van het touw. Voor het eerst was dat dit keer niet zo, sterker nog: ik koos vrijwillig de voor mij moeilijkste lengte. Dat Frans liet zien dat hij het ook niet makkelijk had in de voor hem moeilijkste lengte en dat dat betekende dat hij zich niet groot hoefde te houden voor mij, heeft zeker ook een rol gespeeld. Tjonge, wat een week, en er zijn pas drie dagen voorbij!
© foto's: Frans
Geplaatst in
klimmen,
persoonlijk,
trips
dinsdag 5 mei 2009
voorklimzenuwen
"Doe hem maar, het is een leuke route, je kunt hem wel."
Ik sta met R. onderaan een 6a+ hoekversnijding en W. en F. doen hun best om me over te halen deze route in te gaan. Het is dag twee van mijn klimweek in Frankrijk en ik heb me voorgenomen een zes in te gaan vandaag. We hebben, naar trainingsvoorbeeld, progressief ingeklommen in een 4, een 5a en een 5b en theoretisch ben ik er dus helemaal klaar voor. Maar oei, wat beginnen de zenuwen op te spelen!
Mijn innerlijke (en ongetwijfeld ook deels uiterlijke) dialoog gaat ongeveer als volgt:
Kan ik dit echt wel? Moet het meteen een 6a+ zijn? Nu ja, het is wel een hoekversnijding en daar hou ik wel van, bovendien ziet hij er inderdaad te doen uit. Maar zal ik niet toch maar eerst een 6 naklimmen? Tuurlijk niet, dan ga je die route alleen maar eng vinden en dan denk je helemaal dat je het niet kunt. Maar wil ik eigenlijk wel voorklimmen in een 6a? Is dat niet te hoog gegrepen? Hee, komop, "Jij moet gewoon de 6a's in Freyr gaan klimmen", hoor ik de trainer nog zeggen. En dit is niet Freyr, dit is Frankrijk, met twee keer zoveel haken en een luchtiger waardering. In de hal klim ik ook 6a's, meestal met redelijk gemak. Maar ook wel eens niet met gemak en als dat dan in deze route gebeurt, dan val ik. Precies, dan val je. Dat moet dan maar. Overigens zijn de haken meestal zo geplaatst, dat je niet ver valt bij de moeilijke stukken, dus hou nou eens op met piepen. Brrr, wat is dit eng.
Uiteindelijk doe ik mijn best om alle gedachten opzij te zetten en ik begin het touw uit te leggen onder de route. Het besluit is genomen, ik ga het doen.
De zenuwen voel ik nog steeds. Ik dwing mezelf mijn ademhaling laag te houden en dat helpt wel. Door de zenuwen hebben de negatieve gedachten het lef om toch steeds weer even de kop op te steken, maar ook daartegen heb ik een truukje: ik focus me op wat ik op dat moment aan het doen ben, en gelukkig werkt ook dat. Het helpt enorm dat ik me sterk voel en fysiek goed voorbereid op wat ik wil.
Toch wel lastig...
Ik bind me in, hang setjes aan mijn gordel, R. staat klaar om me te zekeren en ik kijk de route omhoog. Waar zitten de haken? Na het vinden van de derde haak nemen de zenuwen mijn denkvermogen over, haastig glijdt mijn blik langs de nog resterende haken naar het relais, brr, best een eind klimmen. Dan: waar is het rustpunt voor de eerste haak en hoe ga ik omhoog? Ik kijk nog een keer naar mijn zekeraar en naar mijn inbindknoop en stap de route in. Als ik de eerste haak heb ingehangen, hoor ik van onderaf dat dat de haak was van de route ernaast. Hmm, blijk ik het onderste stuk ook nog eens verkeerd te hebben ingelezen! Niet erg, want ik was toch van haak naar haak aan het denken. Het inhangen van de tweede haak is geen probleem, tussen twee en drie word ik toch weer een beetje zenuwachtig, maar met wat ademhalingsconcentratie is dat snel weg en ik bereik de derde haak. Blok! (lees: ik wil niet vallen) Pfft.
Maar dan wordt het lastig. Komt dat nu omdat ik maar tot haak drie heb ingelezen? Het zou me niets verbazen. De route wordt nu fysieker en hoewel de grepen uitstekend zijn, weten mijn negatieve gedachten ineens zeker dat ik het niet ga halen, dat mijn krachten uitgeput zullen zijn en dat ik moet gaan loslaten voor ik weer iets prettigs heb, wanneer ik ook nog maar één stap verder zet. Inderdaad heb ik me in het verleden juist in dit soort situaties regelmatig vastgeklommen, maar kan die gedachte nu even uit? Nee hoor, daar gaan we al. Ik vergeet te ademen en ik vergeet te focussen op hoe ik sta en op wat ik vastheb, ik maak vervolgens twee wanhopige passen om mijn voeten maar weer op fijne treden te krijgen en raak daarbij natuurlijk volkomen uit de route, met mijn voeten ook nog eens achter het touw. Ik heb dat laatste zelf gelukkig niet door, want nog meer zenuwen erbij kan ik nu niet hebben. De toeschouwers beneden houden gelukkig wijselijk hun mond en sturen alleen een hele hoop 'niet vallen!'-gedachten naar boven.
Maar dan begint toch ervaring een rol te spelen. Ineens besef ik dat er weliswaar een kans is dat ik ga vallen, maar dat die kans alleen maar groter wordt wanneer ik in paniek raak. Ik moet die zenuwen dus weg zien te krijgen, voor ik iets anders ga doen; ik begin me weer op mijn ademhaling te concentreren en ontdek dat ik eigenlijk best goed vast heb en dat er helemaal niks aan het glijden is en dat alleen mijn voeten vreselijk slecht geplaatst zijn (het touw heb ik nog steeds niet door). Bovendien zie ik boven me waar ik ongeveer heen moet en waar waarschijnlijk een fijne greep zit. Daarheen dan maar! Ik plaats één voet een stukje terug, meer onder me en duw uit, ik zwaai mijn hand naar boven en warempel, die blijft op een heerlijk ruw, vlak stuk prachtig op wrijwing liggen. Ik hijs me aan die 'greep' omhoog, vind nog wat dingen voor mijn handen, de voeten volgen zo'n beetje en eindelijk, vier passen later heb ik ingeklikt en sta ik uit te hijgen op een plateautje.
Voeten
Nu hoor ik pas dat ik mijn voeten allebei achter het touw geplaatst had. Hmm. Het is niet de eerste keer dat ik uit een naar mijn idee 'gevaarlijke' situatie weg wil komen en me daarbij juist in een gevaarlijker situatie klim. Misschien is dit een mooi moment om het de laatste keer te laten zijn. Het is me tenslotte nu gelukt om de paniekgolf te onderdrukken, dat kan ik dus. Dan kan ik dat een volgende keer ook, maar dan wat eerder. En ik neem me meteen voor om in mijn herneem-focus vooral de voeten aandacht te schenken.
De rest van de route blijf ik eng vinden, maar qua klimmen is het eigenlijk heel leuk en bovendien goed te doen. Ik voel me opgelucht en trots als ik het relais bereik: 6a voorgeklommen, tjonge!
Later die dag doe ik hem nog een keer, ik weet nu dat ik hem kan. Ik voel weer die angst bij de passage waar ik 's morgens de controle verloor, maar dit keer lukt het me om eerder in te grijpen en ik klim gewoon door, geen bloks nodig, niet gevallen. Mijn voetenwerk was weliswaar nog niet helemaal in zicht tijdens mijn angstmoment, maar ach, de week is nog lang.
Ik sta met R. onderaan een 6a+ hoekversnijding en W. en F. doen hun best om me over te halen deze route in te gaan. Het is dag twee van mijn klimweek in Frankrijk en ik heb me voorgenomen een zes in te gaan vandaag. We hebben, naar trainingsvoorbeeld, progressief ingeklommen in een 4, een 5a en een 5b en theoretisch ben ik er dus helemaal klaar voor. Maar oei, wat beginnen de zenuwen op te spelen!
Mijn innerlijke (en ongetwijfeld ook deels uiterlijke) dialoog gaat ongeveer als volgt:
Kan ik dit echt wel? Moet het meteen een 6a+ zijn? Nu ja, het is wel een hoekversnijding en daar hou ik wel van, bovendien ziet hij er inderdaad te doen uit. Maar zal ik niet toch maar eerst een 6 naklimmen? Tuurlijk niet, dan ga je die route alleen maar eng vinden en dan denk je helemaal dat je het niet kunt. Maar wil ik eigenlijk wel voorklimmen in een 6a? Is dat niet te hoog gegrepen? Hee, komop, "Jij moet gewoon de 6a's in Freyr gaan klimmen", hoor ik de trainer nog zeggen. En dit is niet Freyr, dit is Frankrijk, met twee keer zoveel haken en een luchtiger waardering. In de hal klim ik ook 6a's, meestal met redelijk gemak. Maar ook wel eens niet met gemak en als dat dan in deze route gebeurt, dan val ik. Precies, dan val je. Dat moet dan maar. Overigens zijn de haken meestal zo geplaatst, dat je niet ver valt bij de moeilijke stukken, dus hou nou eens op met piepen. Brrr, wat is dit eng.
Uiteindelijk doe ik mijn best om alle gedachten opzij te zetten en ik begin het touw uit te leggen onder de route. Het besluit is genomen, ik ga het doen.
De zenuwen voel ik nog steeds. Ik dwing mezelf mijn ademhaling laag te houden en dat helpt wel. Door de zenuwen hebben de negatieve gedachten het lef om toch steeds weer even de kop op te steken, maar ook daartegen heb ik een truukje: ik focus me op wat ik op dat moment aan het doen ben, en gelukkig werkt ook dat. Het helpt enorm dat ik me sterk voel en fysiek goed voorbereid op wat ik wil.
Toch wel lastig...
Ik bind me in, hang setjes aan mijn gordel, R. staat klaar om me te zekeren en ik kijk de route omhoog. Waar zitten de haken? Na het vinden van de derde haak nemen de zenuwen mijn denkvermogen over, haastig glijdt mijn blik langs de nog resterende haken naar het relais, brr, best een eind klimmen. Dan: waar is het rustpunt voor de eerste haak en hoe ga ik omhoog? Ik kijk nog een keer naar mijn zekeraar en naar mijn inbindknoop en stap de route in. Als ik de eerste haak heb ingehangen, hoor ik van onderaf dat dat de haak was van de route ernaast. Hmm, blijk ik het onderste stuk ook nog eens verkeerd te hebben ingelezen! Niet erg, want ik was toch van haak naar haak aan het denken. Het inhangen van de tweede haak is geen probleem, tussen twee en drie word ik toch weer een beetje zenuwachtig, maar met wat ademhalingsconcentratie is dat snel weg en ik bereik de derde haak. Blok! (lees: ik wil niet vallen) Pfft.
Maar dan wordt het lastig. Komt dat nu omdat ik maar tot haak drie heb ingelezen? Het zou me niets verbazen. De route wordt nu fysieker en hoewel de grepen uitstekend zijn, weten mijn negatieve gedachten ineens zeker dat ik het niet ga halen, dat mijn krachten uitgeput zullen zijn en dat ik moet gaan loslaten voor ik weer iets prettigs heb, wanneer ik ook nog maar één stap verder zet. Inderdaad heb ik me in het verleden juist in dit soort situaties regelmatig vastgeklommen, maar kan die gedachte nu even uit? Nee hoor, daar gaan we al. Ik vergeet te ademen en ik vergeet te focussen op hoe ik sta en op wat ik vastheb, ik maak vervolgens twee wanhopige passen om mijn voeten maar weer op fijne treden te krijgen en raak daarbij natuurlijk volkomen uit de route, met mijn voeten ook nog eens achter het touw. Ik heb dat laatste zelf gelukkig niet door, want nog meer zenuwen erbij kan ik nu niet hebben. De toeschouwers beneden houden gelukkig wijselijk hun mond en sturen alleen een hele hoop 'niet vallen!'-gedachten naar boven.
Maar dan begint toch ervaring een rol te spelen. Ineens besef ik dat er weliswaar een kans is dat ik ga vallen, maar dat die kans alleen maar groter wordt wanneer ik in paniek raak. Ik moet die zenuwen dus weg zien te krijgen, voor ik iets anders ga doen; ik begin me weer op mijn ademhaling te concentreren en ontdek dat ik eigenlijk best goed vast heb en dat er helemaal niks aan het glijden is en dat alleen mijn voeten vreselijk slecht geplaatst zijn (het touw heb ik nog steeds niet door). Bovendien zie ik boven me waar ik ongeveer heen moet en waar waarschijnlijk een fijne greep zit. Daarheen dan maar! Ik plaats één voet een stukje terug, meer onder me en duw uit, ik zwaai mijn hand naar boven en warempel, die blijft op een heerlijk ruw, vlak stuk prachtig op wrijwing liggen. Ik hijs me aan die 'greep' omhoog, vind nog wat dingen voor mijn handen, de voeten volgen zo'n beetje en eindelijk, vier passen later heb ik ingeklikt en sta ik uit te hijgen op een plateautje.
Voeten
Nu hoor ik pas dat ik mijn voeten allebei achter het touw geplaatst had. Hmm. Het is niet de eerste keer dat ik uit een naar mijn idee 'gevaarlijke' situatie weg wil komen en me daarbij juist in een gevaarlijker situatie klim. Misschien is dit een mooi moment om het de laatste keer te laten zijn. Het is me tenslotte nu gelukt om de paniekgolf te onderdrukken, dat kan ik dus. Dan kan ik dat een volgende keer ook, maar dan wat eerder. En ik neem me meteen voor om in mijn herneem-focus vooral de voeten aandacht te schenken.
De rest van de route blijf ik eng vinden, maar qua klimmen is het eigenlijk heel leuk en bovendien goed te doen. Ik voel me opgelucht en trots als ik het relais bereik: 6a voorgeklommen, tjonge!
Later die dag doe ik hem nog een keer, ik weet nu dat ik hem kan. Ik voel weer die angst bij de passage waar ik 's morgens de controle verloor, maar dit keer lukt het me om eerder in te grijpen en ik klim gewoon door, geen bloks nodig, niet gevallen. Mijn voetenwerk was weliswaar nog niet helemaal in zicht tijdens mijn angstmoment, maar ach, de week is nog lang.
Geplaatst in
klimmen,
persoonlijk,
technieken,
trips
Abonneren op:
Posts (Atom)